Mithra is de Perzische god van de rijzende zon, contracten, verbonden en vriendschap. Hij hield ook toezicht op de ordelijke verandering van de seizoenen, handhaafde de kosmische orde en was verantwoordelijk voor het schenken van goddelijke genade aan koningen, het legitimeren van hun heerschappij en, als beschermer van de gelovigen, werd hij ook aangeroepen door krijgers voor de strijd en werd zo bekend als een god van oorlog.
Hij is de bekendste en een van de meest populaire goden van het pantheon van de polytheïstische vroege Iraanse religie en zijn verering ging door nadat de monotheïstische religie van het zoroastrisme het eerdere geloofssysteem had vervangen.
Hij is verbonden met de Vedische god Mitra en wordt vaak geassocieerd met de Romeinse mysteriecultus van de god Mithras die ca. 100-400 CE floreerde in het hele Romeinse Rijk. Maar dit zijn twee verschillende goden, hoewel Mithras losjes is afgeleid van Mithra. Hoewel de Romeinse Mithras en zijn cultus vaak zijn geclaimd als de voorloper en het model voor Jezus Christus en het christendom, is er absoluut geen historisch bewijs om deze bewering te ondersteunen.
Mithra's naam werd aangeroepen in inscripties tijdens het Achaemenidische rijk (ca. 550-330 BCE), met name tijdens het bewind van Artaxerxes II (404-358 BCE) en hij werd nog steeds erkend tijdens het Sassanidische rijk (224-651). Nadat het Sassanidische rijk in 651 viel voor de binnenvallende moslim-Arabieren, werd het zoroastrisme - inclusief de aanbidding van Mithra - onderdrukt en later droegen de Parsi (Perzen) de zoroastrische teksten en tradities naar India, waar het geloof intact werd bewaard. Mithra speelt nog steeds een belangrijke rol in de hedendaagse zoroastrische rituelen die de tradities van het verre verleden voortzetten.
Oorsprong, karakter, uitbeelding
Mithra is ergens vóór het 3e millennium BCE ontstaan toen migrerende groepen, die nu bekend staan als Indo-Iraniërs en Indo-Ariërs, zich begonnen te vestigen in respectievelijk de regio's Iran en Noord-India. Er zijn daarom een aantal overeenkomsten tussen de Vedische godheden en die van de vroege Iraanse religie, waaronder de Perzische Mithra en de Vedische Mitra.
De Vedische Mitra (soms gegeven als Mitra-Varuna) was de god van contracten en de zonsopgang, vruchtbaarheid in de vorm van regen en goede oogsten, en bewaarder van de waarheid. De Mitra-Varuna-koppeling voegde zich bij de god van de zonsopgang met de machtige hemelgod Varuna en ze werden voorgesteld als een gouden paleis in de hemel met duizend deuren van waaruit ze elke ochtend in hun schitterende strijdwagen zouden rijden.
De Perzische Mithra wordt in de Avesta (zoroastrische geschriften) beschreven als:
Hij die als eerste, van de hemelse goden, reikt over het Hara [Alburz-gebergte], voor de onsterfelijke zon met de snelle paarden; die, meestal in een gouden kleed, de prachtige toppen vastgrijpt en van daaruit met een weldadig oog uitkijkt over de verblijfplaats van de Ariërs [Iraanse volkeren]. (Yasht 10.13, zoals geciteerd in Curtis, 14)
Hij rijdt in een heldere wagen getrokken door witte paarden en brengt de rijzende zon, gewapend met een zilveren speer, een boog en pijlen van goud, dolken, bijlen en de knots die zijn rol symboliseert als bewaker van de kosmische orde en de god die het koningschap wettig verklaard. Mithra is altijd waakzaam en kan niet worden misleid, omdat hij de harten en ware bedoelingen van mensen kent en de krachten van de duisternis op afstand houdt. Hij werd beschouwd als de machtigste kracht tegen de Heer van de Demonen, Angra Mainyu (ook bekend als Ahriman), die zijn strijdknots meer vreesde dan enig ander wapen van de goden.
Het zoroastrisme – en vermoedelijk de vroege Iraanse religie waarop het gebaseerd was – concentreerde zich op het conflict tussen de krachten van goed en orde (onder leiding van Ahura Mazda) en die van kwaad en chaos (onder bevel van Angra Mainyu). Het centrale doel van het menselijk leven was om te kiezen welke van deze te volgen en het was de verantwoordelijkheid van goden zoals Mithra om mensen te helpen het juiste pad te kiezen en hen te beschermen tegen de leugens en valstrikken van de Boze. Wetenschapper John R. Hinnels beschrijft het centrale personage van Angra Mainyu:
De Boze Geest zou het 'niet-leven' hebben geschapen (dat wil zeggen een vorm van bestaan die lijnrecht staat tegenover al het goede in het 'echte' leven) en het Slechtste Bestaan. Voor een religie die altijd waardering heeft geleerd voor de goede dingen in het leven, wordt terecht gesproken over het lot van de goddelozen als 'een plaats van slecht voedsel'. Het is 'het huis van de leugen'. Zoroaster zegt dat de krachten van het kwaad de krachten van Woede, Arrogantie en Slechte Bedoelingen zijn. Ze vernietigen de Wereld van Waarheid, brengen schaden toe aan het vee en beroven de mens van het goede leven en de onsterfelijkheid. (52)
Tegen deze krachten was Mithra een krachtige verdediging. Het was Mithra's verantwoordelijkheid om de mensheid - en als aanvulling hun gewassen en vee - te beschermen tegen de plannen van Angra Mainyu. Daartoe was een van zijn belangrijkste taken het legitimeren van het koningschap door de farr (goddelijke genade) te schenken aan een waardige monarch die voor zijn volk zou zorgen en die genade te verwijderen wanneer de koning zijn deel van het contract niet langer nakwam.
Hij diende ook als rechter van de zielen van de doden bij de Chinvat-brug - de overspanning tussen de wereld van de levenden en het hiernamaals - waar zijn verslag van de goede en slechte daden van de ziel werd gelezen en iemands bestemming na de dood werd bepaald. Degenen die Ahura Mazda hadden gevolgd, gingen door naar het Huis van het Lied; degenen die het pad van Angra Mainyu kozen, werden naar de bestemming gestuurd die ze hun hele leven hadden omarmd, het Huis van de Leugens.
Zoroastrisme en het Achaemenidische rijk
Deze afbeelding van de god en zijn rol bij het handhaven van de orde komt uit de zoroastrische teksten, maar men denkt dat het zijn positie en verantwoordelijkheden in de vroege Iraanse religie weerspiegelt. Dit geloofssysteem was een mondelinge traditie - net als het zoroastrisme - en er werd niets opgeschreven tot de Sassanidische periode. Het is daarom moeilijk om te weten hoe Mithra oorspronkelijk werd begrepen door de vroege Iraniërs, welke delen van de zoroastrische teksten het vroege begrip weerspiegelen en welke delen werden beïnvloed door de hervormingen van Zoroaster en de vestiging van de nieuwe religie.
Zoroaster was een priester (magiër) van dit geloof die op een dag een visioen kreeg dat het spirituele begrip van de mensen verkeerd was: er waren niet al deze vele goden, er was er maar één – Ahura Mazda – en het was nu aan Zoroaster om de fout van zijn volk corrigeren. Zoroaster deed dat en stichtte het nieuwe geloof van het mazdaïsme dat bekend werd als het zoroastrisme, en de oude goden werden opnieuw voorgesteld als wedergeborenen of incarnaties van de ene ware god.
Er is lang aangenomen dat de eerste koning van het Achaemenidische rijk, Cyrus II (de Grote, ca. 550-530 BCE) een zoroastriër was, omdat de religie tegen de tijd van zijn regering stevig in de regio gevestigd was. Dit is echter niet noodzakelijk zo, omdat de inscripties van Cyrus de Grote die verwijzen naar Ahura Mazda even gemakkelijk kunnen worden opgevat als een verwijzing naar de koning van de goden van de oude religie of als de enige god van de nieuwe. Hetzelfde geldt voor de opvolgers van Cyrus, Darius I (de Grote, r. 522-486 BCE) en Xerxes I (r. 486-465 BCE), die op dezelfde manier naar Ahura Mazda verwijzen. Darius I neemt zelfs een verwijzing op naar "de andere goden" in zijn beroemde Behistun-inscriptie.
De associatie van het Achaemenidische rijk met het zoroastrisme komt van Griekse en latere Romeinse schrijvers en hoewel het waarschijnlijk is dat de Achaemeniden zoroastriërs waren, is het niet zeker - althans niet bij de vroege vorsten. De inscripties van Artaxerxes II vermelden Ahura Mazda, Anahita en Mithra, waarin wordt gevraagd om hun bescherming van zijn bouwprojecten, wat geleerden in het verleden heeft aangemoedigd om te concluderen dat het zoroastrisme polytheïstisch was. Een nauwkeuriger interpretatie zou echter zijn dat Artaxerxes II ofwel geen zoroastriër was of dat hij Ahura Mazda aanriep als de enige ware god en Anahita en Mithra als beschermende incarnaties van de ene godheid.
Wat het ook was, de status van Mithra als beschermer van de orde en alziende god van gerechtigheid bleef zoals altijd. Noch de vroege Iraanse religie, noch het zoroastrisme geloofden in tempels voor hun goden - in de overtuiging dat de goden te machtig waren om te worden beperkt tot een huis dat door mensenhanden was gebouwd - dus het is niet verwonderlijk dat er tot nu toe geen tempels voor Mithra zijn geïdentificeerd (en eigenlijk meer verrassend dat er zo veel duidelijk geassocieerd zijn met Anahita). Mithra zou zijn aanbeden zoals alle andere goden - in vuurtempels in de open lucht - waar de elementen vuur, lucht, aarde en water (gepersonifieerd door goden zoals Atar, Mithra, Haoma en Anahita) werden geëerd. De verering van Mithra - of in ieder geval een wijdverbreide verering van de god als incarnatie - moet zijn voortgezet omdat het werd beoefend door de Cilicische piraten (een groep bestaande uit veel verschillende nationaliteiten) toen ze in ca. 66 BCE door Pompeius de Grote (106-48 BCE) in Cilicia Campestris opnieuw werden gehuisvest.
De Romeinse cultus van Mithras
Het is waarschijnlijk dat de Cilicische piraten, van wie wordt gezegd dat ze een of andere vorm van Mithra-verering hebben beoefend, de beweging hebben geïnspireerd die de populaire Mithras-cultus in Rome zou worden. Romeinse soldaten die met Pompeius in Cilicië dienden, zouden de essentie van de Mithra-verering hebben opgepikt en deze in de legioenen populair hebben gemaakt. Het probleem met deze theorie, net als met elke andere theorie over de oorsprong van de cultus van Mithras, is dat niemand weet hoe de cultus begon of waar, hoe deze zich verspreidde of zelfs maar wat hij geloofde.
De bewering dat de Cilicische piraten het mithraïsme beoefenden, komt uit ‘Het leven van Pompey’ van Plutarchus, waar hij zegt dat de piraten in Cilicia "daar bepaalde geheime riten vierden, waaronder die van Mithras tot op de dag van vandaag voortduurt, omdat ze voor het eerst door hen zijn ingesteld" (24.5). Het lijkt redelijk om te concluderen dat de religieuze praktijken van de piraten werden overgenomen door de legionairs van Rome en zich van daaruit verspreidden, vooral omdat het duidelijk is dat de cultus van Mithras het populairst was onder het Romeinse leger.
Aangezien het echter onduidelijk is wat de leerstellingen van de sekte waren – of welke vorm de “geheime riten” van de Cilicische piraat aannamen – kan Cilicië niet met zekerheid worden geïdentificeerd als het punt waarop de Perzische Mithra werd getransformeerd in de Romeinse Mithras. Wat echter duidelijk is, is dat er significante verschillen zijn tussen de twee goden en hoe ze werden aanbeden.
De Romeinse Mithras is een zonnegod, bewaarder van contracten, orde en vriendschap - vrij gelijkaardig aan de Perzische Mithra - maar daar houden de parallellen op. Deze kenmerken zijn, net als al het andere over de cultus, afkomstig van fysiek bewijs in de vorm van mozaïeken, standbeelden en reliëfs, en van christelijke schrijvers die kritiek hebben op de religie. De aanhangers zelf schreven niets op omdat ze ingewijden waren in een Mysterieuze Cultus – dat wil zeggen een gesloten religieuze groepering die hun overtuigingen en rituelen geheim hield – en niet geïnteresseerd was in of informatie mocht delen met niet-ingewijden.
Mithras wordt in de kunst over het algemeen afgebeeld als een jonge man die de hemelse stier doodt in een handeling die wordt geïnterpreteerd als symbool voor dood en wedergeboorte. Hij wordt ook afgebeeld als geboren uit een rots, een fakkel vasthoudend terwijl hij tevoorschijn komt (waarbij hij zijn rol als brenger van licht benadrukt), of een pijl afschiet in een wolk (of rots) die vervolgens water laat vrijkomen (hem identificerend met leven, vruchtbaarheid). Zijn verering gebeurde in het geheim in grotten of ondergrondse tempels die waren gebouwd om op grotten te lijken, en vrouwen mochten zich niet bij de cultus aansluiten. Niets van deze iconografie of dit ritueel heeft iets te maken met de Perzische Mithra. Toch associeerden de mensen van die tijd de Romeinse Mithras met de Perzische god, zoals Hinnells aangeeft:
Het mithraïsme stond bij zijn tijdgenoten bekend als "de Perzische mysteriën" en Mithras zelf werd "de Perzische god" genoemd. Sommigen schreven mithraïsmische leringen expliciet toe aan Zoroaster. De Perzische oorsprong lijkt te worden bevestigd door enkele details in de Mysteriën; er worden bijvoorbeeld herkenbare Perzische woorden gebruikt en een van de zeven graden van inwijding is die van het Perzisch. (78)
Het lijdt geen twijfel dat het Romeinse mithraïsme werd geïnspireerd door de Perzische Mithra, maar dit is niet hetzelfde als zeggen dat er enige vorm van voortzetting is van de vroege Iraanse religie via het zoroastrisme naar het Romeinse mithraïsme. Gebaseerd op het archeologische bewijs en vroeg christelijke kritiek op de cultus, was het mithraïsme astrologisch van aard, met de nadruk op waarzeggerij, verlichting in iemands leven en wedergeboorte na de dood. Ingewijden ondergingen een aantal beproevingen die, eenmaal geslaagd, de aanhanger omhoog brachten in een hiërarchie van zeven graden totdat ze de hoogste bereikten - die van Vader - die werd beschouwd als een verlichte en beschermende priesterfiguur. Ingewijden aten samen, aanbaden samen en vierden de zondag als hun sabbat, wat leidde tot een van de belangrijkste kritieken op de cultus door christelijke schrijvers die beweerden dat het mithraïsmesme het christendom kopieerde.
Mithras en Jezus
In een interessante wending zou deze bewering eeuwen later worden teruggedraaid toen Franse intellectuelen de bewering dat het christendom een kopie was van het mithraïsme en dat Christus nooit had bestaan, populair maakten. Deze bewering is sindsdien herhaald in verschillende vormen, maar de essentiële argumenten zijn dat Mithras het model is voor de latere schepping van het karakter van Jezus Christus en dat Mithras, net als de "latere Jezus", werd geboren op 25 december uit een maagd en bezocht door magiërs, twaalf discipelen had, een “Laatste Avondmaal” vierde en aan een kruis stierf. Geen van deze claims heeft enige waarde.
De zogenaamde mythische Christus theorie werd populair, zo niet uitgevonden in de 18e eeuw CE door de Franse academici Charles Francois Dupuis (l. 1742-1809) en Constantin Francois Chasseboef de Volney (l. 1757-1820). Dupuis was een professor in de retorica aan het College de Lisieux, Parijs en de Volney was een filosoof en oriëntalist. In de vurigheid van de Franse Revolutie van 1789 veroordeelden veel revolutionairen het christendom – met name het katholicisme – als een mythe die de opkomst van de hogere klassen had aangemoedigd ten koste van de lagere. Dupuis' 1794 13-delige Origene de Tous les Cultes (heruitgegeven in het Engels in 1872 als 'The Origin of All Religious Worship’) maakte de hierboven genoemde beweringen populair, evenals vele andere, maar dit waren allemaal verzinsels van antichristelijke/pro-revolutionaire schrijvers die hun eigen agenda bevorderen.
Er is geen bewijs dat Mithras - en zelfs Jezus niet - op 25 december werd geboren. Mithras wordt afgebeeld als iemand die uit een rots tevoorschijn komend en nooit als een baby, noch op enigerlei wijze geassocieerd met een maagdelijke geboorte of een bezoek van een magiër. Mithras wordt nooit weergegeven met discipelen, vierde geen "Laatste Avondmaal" en stierf niet aan een kruis - in feite zijn er helemaal geen afbeeldingen van Mithras die sterft.
Het feit dat de beweringen van Dupuis en de Volney regelrechte leugens zijn, heeft antichristelijke schrijvers en experts er echter niet van weerhouden om ze vanaf het moment van de publicatie in 1872 tot op de dag van vandaag te herhalen. In de afgelopen jaren zijn deze verzinsels gepopulariseerd door Zeitgeist: The Movie (2007) in deel I, gebaseerd op het boek The Christ Conspiracy: The Greatest Story Ever Sold van Acharya S (pseudoniem van Dorothy Milne Murdock, 1960-2015), en de oneerbiedige documentaire 'Religulous' (2008) waarin komiek Bill Maher deze beweringen herhaalt als duidelijke en gevestigde waarheden.
Conclusie
De verering van de Perzische Mithra ging, zoals opgemerkt, door tot in de Sassanidische periode, toen het geloofssysteem van het zorvanisme (vaak aangeduid als een ketterse sekte van het zoroastrisme) werd opgericht. Het zorvanisme was van mening dat de oppergod Zorvan was, de oneindige tijd, en dat Ahura Mazda en Angra Mainyu beide geschapen wezens waren. Omdat dit zo was, waren alle andere goden ook geschapen wezens op bijna gelijke voet met Ahura Mazda en konden ze dus op zichzelf als goden worden aanbeden.
De profeet Mani (l. 216-274 CE), stichter van de religie van het manicheïsme, verbleef als gast aan het hof van de Sassanische koning Shapur I (r. 240-270 CE) en ontwikkelde daar zijn concept van de Manichaean Mithra ( zoals hij waarschijnlijk deed met een groot deel van zijn religie). In het manicheïsme wordt Mithra geïnterpreteerd als een verlosser figuur, de brenger van licht en orde, en zo behoudt hij twee van zijn vroegst bekende essentiële kenmerken.
Nadat het Sassanidische rijk in 651 viel voor de binnenvallende moslim-Arabieren, namen de Parsi (Perzen) de zoroastrische teksten die niet werden vernietigd door de indringers en vluchtten naar India. Ze stichtten daar hun eigen gemeenschap die floreerde en Mithra wordt tot op de dag van vandaag geëerd in hun religieuze rituelen. Wanneer een zoroastrische priester wordt ingewijd, ontvangt hij de knots van Mithra, die zijn verantwoordelijkheid symboliseert om te vechten tegen de krachten van het kwaad en de duisternis.
Het feest van Mithrakana (ook bekend als Mithragan) wordt jaarlijks gehouden ter ere van Mithra (tijdens de herfst-equinox), en de juiste aanduiding voor een hedendaagse zoroastrische tempel is dar-I Mihr, "de poort van Mithra". Mithra blijft in het heden een symbool van licht en orde, precies zoals hij in het verre verleden werd begrepen; waardoor hij een van de oudste goden ter wereld is die vereerd wordt, in feite in dezelfde rol, gedurende meer dan 4.000 jaar.