Hernán Cortés

Definitie

Mark Cartwright
door , vertaald door Theo Poot
gepubliceerd op 30 juni 2022
Beschikbaar in andere talen: Engels, Frans, Portugees, Spaans
Luister naar dit artikel
X
Artikel afdrukken
The Conquistador Hernán Cortés (by Royal Academy, Madrid, Public Domain)
De conquistador Hernán Cortés
Royal Academy, Madrid (Public Domain)

Hernán Cortés (1485-1547) was een Spaanse conquistador die leiding gaf aan de verovering van het Aztekenrijk in Mexico, vanaf 1519. In 1521 nam hij de Azteekse hoofdstad Tenochtitlan in en plunderde Meso-Amerika waarmee hij de eerste leider werd van de pas gestichte kolonie Nieuw-Spanje.

Cortés was een begaafd aanvoerder en hij maakte gebruik van alle kansen op fortuin die de Nieuwe Wereld hem bood. Door het gebruik van superieure strijdwapens en -tactieken, aangevuld met diplomatie waardoor hij zijn minimale strijdmacht van conquistadores kon aanvullen met duizenden inheemse strijders, kon niets Cortés meer in de weg staan. Aanvankelijk werd hij hiervoor door de Spaanse Kroon beloond, maar het duurde niet lang of Cortés werd overspoeld door een golf van nieuwe koloniale bestuurders en door voortdurende juridische gevechten waarin hij werd geconfronteerd met aanklachten wegens overschrijding van zijn bevoegdheden, door meer buit te nemen dan waar hij recht op had, en door het gebruik van excessief geweld en terreur tegen inheemse volken.

De jonge Cortés

Hernán Cortés de Monroy y Pizarro Altamirano werd geboren in 1485 in Medellin, Extremadura, Spanje. Zijn ouders behoorden tot de landadel; zijn vader was een hidalgo. Hernán studeerde rechten aan de universiteit van Salamanca vanaf 1499, maar toen hij negentien was besloot hij Spanje te verlaten en zijn geluk te beproeven in de Caribische kolonies. Na een plantage te hebben beheerd in het oosten van Hispaniola (Santo Domingo) en als notaris te hebben gewerkt in Azúa de Compostela, besloot hij deel te nemen aan de verovering van Cuba in 1511. Zeven jaar later en nu een dertiger, was hij ongeduldig op zoek naar kansen op roem en glorie. Misschien was het niet alleen goud wat hem lokte. Cortés was een diepgelovig man en de geest van het evangelie was zo niet voor zijn volgelingen dan toch voor hemzelf een extra beweegreden om deze Nieuwe Wereld verder te onderzoeken.

Twee werelden botsen

Cortés was als leider in staat tot het nemen van uiterst meedogenloze besluiten en buitenissige risico’s.

Diego Velázquez de Cuéllar (1465-1524), de gouverneur van Cuba, had al vanaf 1517 verscheidene verkenningstochten laten ondernemen naar de kust van het Amerikaanse vasteland. In de expeditieverslagen was sprake van vreemde antieke monumenten van steen en van kleurig geklede inlanders die verfijnde gouden voorwerpen als ruilmiddel gebruikten. De gouverneur organiseerde opnieuw een expeditie en koos als leider Hernán Cortés, die hem had gediend als alcalde ofwel burgemeester van Santiago de Cuba. Elf schepen werden uitgerust met 500 soldaten en 100 zeelieden, stuk voor stuk avonturiers en fortuinzoekers. Velázquez schrok op het laatste moment echter terug van de omvang van Cortés’ voorbereidingen en probeerde de onderneming nog af te blazen, maar het was te laat. Cortés was weliswaar de expeditieleider maar zoals historicus S. Sheppard uitlegt was dit zeer zeker een groepsgebeuren:

Cortés was geen generaal die het commando voerde over een professioneel leger, hij was een heer die zijn beslissingen uitsluitend nam met instemming van andere heren. Gedurende de hele onderneming was zijn leiderschap op niets meer gebaseerd dan op zijn zeer kwetsbare status als ‘eerste onder zijn gelijken’, die berustte op visie, charisma en succes. (30)

Aztec Empire Map
Kaart van het Azteekse Rijk
Simeon Netchev (CC BY-NC-ND)

Ongetwijfeld was Cortés een charismatisch en geïnspireerd aanvoerder; en hoewel hij weinig praktische gevechtservaring had, bezat hij als leider het cruciale vermogen om zowel meedogenloze besluiten als buitenissige risico’s te nemen om zijn kansen te maximaliseren in een wankele en steeds veranderende geopolitieke situatie. Volgens de samenvatting van Sheppard: “Als vrome katholiek en verstokte vreemdganger, kruisvaarder en opportunist, afvallige en imperialist was Cortés een man van vele tegenstellingen.” (21)

De Azteekse beschaving ofwel Mexica begon haar bloeitijd vanaf ongeveer 1345 in Midden-Amerika en begin zestiende eeuw strekte zij zich uit over het grootste deel van Noord-Mexico, een gebied van zo’n 135.000 km² met ongeveer 11 miljoen inwoners. De Azteken maakten gebruik van militaire overmacht, gijzeling en belastingheffing om hun fragiele rijk bijeen te houden, maar niet alle bewoners waren in hun macht. Met name de Tarascanen en de Tlaxcalanen bleven een bedreiging vormen aan de grenzen van het rijk. Deze Tlaxcalanen en andere volken zouden de Spanjaarden onschatbare diensten bewijzen als geallieerden door hun blijvende belang bij de ondergang van de Azteken.

Cortés landde in maart 1519 aan de kust van Tabasco bij Potonchan op het Amerikaanse vasteland. De Oude Wereld stond op het punt om persoonlijk kennis te maken met de heersers van Meso-Amerika. Cortés en zijn mannen hadden geen flauwe notie van wie of wat hen te wachten stond, maar om zeker te zijn dat niemand op het idee zou komen om naar huis te vluchten, gaf Cortés opdracht om zijn schepen met opzet te laten stranden en breken. Het was nu een kwestie van overwinning of dood.

Superieure stalen vuurwapens, cavalerie en tactische beweeglijkheid verzekerden de Spanjaarden van een gemakkelijke overwinning op de vijandige volken die zij ontmoetten. De Meso-Amerikaanse bewapening en bepantsering waren primitief vergeleken bij de Spaanse. Meso-Amerikaanse strijders beschikten over vlijmscherpe zwaarden van obsidiaan en knotsen, bogen, speren en pijlwerpers, maar deze wapens konden weinig uitrichten tegen metalen bepantsering. Van de andere kant waren de Spaanse stalen zwaarden, pieken, kruisbogen en vuurwapens verwoestend effectief tegen strijders die zich slechts met katoenen kleding en houten schilden konden beschermen. De cavalerie bleek praktisch onoverwinnelijk tegenover elke meerderheid van Meso-Amerikaanse aanvallers. Tenslotte waren de inheemse volken gewend aan een geritualiseerde vorm van oorlogsvoering waarin krijgshaftig vertoon en het nemen van krijgsgevangenen prioriteit hadden. Meso-Amerikaanse aanvoerders waren eenvoudig te herkennen aan hun extravagante kostuums, dus vormden zij het eerste doelwit van de Spanjaarden. Vaak leidde de dood van officieren dan tot een wilde paniekvlucht van de hele legermacht. Meso-Amerikaanse krijgers leerden wel nieuwe tactieken en richtten zich op het leggen van hinderlagen in ruw terrein als strategie om de kracht van de cavalerie te breken, maar het militaire overwicht bleef ondanks hun verregaande getalsmatige superioriteit in handen van de Spanjaarden.

Montezuma Meets Cortés
Montezuma ontmoet Cortés
Unknown Artist (Public Domain)

Een waardevolle bonus bij deze vroege botsingen was de gevangenneming van Malintzin (ook bekend onder de namen Marina, Malinali of La Malinche), een Mayavrouw die de Nahuatl-taal van de Azteken sprak maar ook een lokale Mayataal die gesproken werd door een van Cortés’ mannen. Nu konden de invallers communiceren met potentiële bondgenoten. Malintzin en Cortés kregen samen een zoon, Don Martin. Cortés kreeg later nog een zoon die ook Martin heette (zijn moeder was Doña Juana Ramírez de Arellano, de dochter van een Spaanse graaf uit Cuernavaca), maar zijn onwettige zoon bij Malinchin was Cortés' favoriet: hij nam hem mee naar Spanje en zorgde dat hij als ridder werd opgenomen in de prestigieuze Orde van Santiago.

CORTÉS TOONDE ZIJN MEESTERSCHAP ALS DIPLOMAAT DOOR DE TLAXCALANEN OVER TE HALEN AAN ZIJN KANT MEE TE STRIJDEN TEGEN DE AZTEKEN.

De Azteekse heerser Motecuhzoma (ofwel Montezuma, r. 1502-1520) kreeg spoedig berichten over de invasie, maar wachtte de ontwikkelingen behoedzaam af. Intussen installeerde Cortés een garnizoen aan de kust bij Veracruz. Hij negeerde instructies om naar Cuba terug te keren en stuurde in plaats daarvan een flinke lading door hem verworven schatten naar de Spaanse koning Karel V, heerser van het Heilige Roomse Rijk (r. 1519-1556), met brieven waarin hij om koninklijke ondersteuning verzocht. Hiermee overschreed hij zijn bevoegdheden, want technisch gezien was Velázquez degene die als adelantado het recht bezat om in naam des Konings gebieden in bezit te nemen. De zaak leidde tot grote ophef die ermee eindigde dat Cortés dankzij zijn schatten toestemming kreeg om zijn veroveringstocht voort te zetten, terwijl Velázquez uit zijn ambt werd ontslagen. Inmiddels marcheerden in Mexico de conquistadores omstreeks augustus 1519 landinwaarts en vielen allereerst de Tlaxcalanen aan. Toen toonde Cortés zijn meesterschap als diplomaat: hij wist de Tlaxcalanen over te halen zich bij hem aan te sluiten in de oorlog tegen de Azteken. De Spanjaarden en hun bondgenoten vochten zich in november een weg naar Tenochtitlan.

Motecuhzoma en La Noche Triste

De Azteekse hoofdstad Tenochtitlan, gelegen aan de westelijke oever van het Texcocomeer, telde meer dan 200.000 inwoners en was daarmee de grootste stad in Precolombiaans Amerika. Het stedelijk gebied besloeg 12 à 14 km² en was met de westelijke meeroever en het omringende platteland verbonden door drie damwegen in noordelijke, oostelijke en westelijke richting; hier en daar waren deze dammen doorbroken ten behoeve van de scheepvaart. Deze doorgangen konden met verplaatsbare bruggen worden overspannen.

Headdress of Motecuhzoma II
Hoofdtooi van Motecuhzoma II
Jonathan (Copyright)

De conquistadores kregen toestemming om de stad op 8 november vreedzaam binnen te trekken en ze vergaapten zich aan de plaatselijke wonderen: enorme pleinen, tempelpiramides en drijvende tuinen. De ontmoeting tussen Cortés en Motecuhzoma leidde aanvankelijk tot vriendschappelijke relaties. De leiders wisselden waardevolle geschenken uit. Cortés ontving een halssnoer met gouden krabben; Motecuhzoma een halssieraad van Venetiaans glas omwikkeld met gouddraad en geurend naar muskus. De Azteekse heerser had reden genoeg om op zijn hoede te zijn voor zijn bezoekers gezien hun eerdere militaire triomfen, maar hij leek niet te kunnen besluiten over wat er met de vreemdelingen moest gebeuren. In elk geval vervloog alle hoop op diplomatie twee weken later toen Cortés Motecuhzoma in gijzeling nam, op 14 november. De Spanjaarden waren op schatten uit en de Azteekse heerser werd gedwongen een eed van onderwerping te zweren aan de koning van Spanje. Er vonden meer beledigingen plaats, zoals het planten van een crucifix op de top van de heilige Azteekse piramide, de Templo Mayor.

Cortés had nu echter andere problemen. De rivaliteit met Velázquez speelde nog altijd op en de gouverneur van Cuba had een krijgsmacht onder bevel van Pánfilo de Narváez naar Vera Cruz gezonden om Cortés te arresteren. Cortés zag zich genoodzaakt Tenochtitlan te verlaten om op te trekken tegen deze mededingers naar toekomstige buit en dus liet hij in mei 1520 Tenochtitlan achter, onder de hoede van een kleine Spaanse eenheid onder bevel van Pedro de Alvarado. Deze mannen waren weinig gevoelig voor de Azteekse conventies en zelfs zo dwaas om een ceremonie rond een mensenoffer te verstoren. Vervolgens richtten ze een slachting aan onder leden van de Azteekse adel. De Azteken kwamen nu in verzet en doodden een aantal indringers. Intussen versloeg Cortés Narváez en overreedde diens overgebleven manschappen zich bij hem aan te sluiten. Het hele gezelschap keerde op 24 juni terug naar Tenochtitlan waar een handvol Spanjaarden nog standhield.

Terwijl de vijandelijkheden doorsmeulden, werd Motecuhzoma als Azteekse leider vervangen door Cuitláhuac, die door Cortés onverstandig genoeg was vrijgelaten uit de gevangenis. Cuitláhuac nam onmiddellijk de regering van zijn gevangengenomen en nu onteerde broeder op zich. Hij ontketende een totale oorlog tegen de conquistadores. Toen de Spanjaarden trachtten Motecuhzoma in stelling te brengen om de gemoederen te bedaren, werd de voormalig leider getroffen door een steen en stierf op 30 juni. De Spanjaarden zaten in de val in het koninklijke paleis van Axayácatl. Cortés slaagde erin om in de nacht van 30 juni 1520 de stad al vechtend te ontvluchten. Deze bloedige aftocht werd bekend als de Noche Triste (‘Treurige nacht’). De Spanjaarden slaagden erin zichzelf te bevrijden met behulp van noodbruggen om de talloze kanalen over te steken, maar de prijs voor de vrijheid was hoog. Cortés verloor de helft van zijn manschappen, het merendeel van zijn beste paarden en de volledige acht ton aan rijkdommen die hij sinds zijn aankomst in Meso-Amerika had buitgemaakt.

De belegering van Tenochtitlan

Voordat hij zich op Tlaxcalaans grondgebied in veiligheid kon brengen, moest Cortés eerst nog een grote veldslag winnen nabij Otumba, waar de Azteken op 7 juli een poging deden de buitenlandse indringers eens en voor al te vernietigen. Na nog meer veldslagen en de aankomst van versterkingen overzee werden diverse steden veroverd, met name Texcoco op 31 december 1520. Cortés’ plan was nu om Tenochtitlan te belegeren, maar een andere, nog verschrikkelijker vijand was al door de Azteekse gebieden geraasd. Een verwoestende uitbraak van pokken had tijdens de voorafgaande maanden september en november tot 50% van de inwoners het leven gekost. Ook hadden de Azteken een nieuwe leider, Cuauhtémoc, nadat Cuitláhuac was bezweken aan de geïmporteerde ziekte. In april 1521 begon Cortés zijn beleg. Zijn strijdmacht omvatte 700 infanteristen, 118 kruisboogschutters en arkebussiers, 86 paarden en 18 stuks veldgeschut. Wat vooral telde, was dat de Spanjaarden inheemse bondgenoten hadden, waaronder tenminste 100.000 Tlaxcalanen.

Ondanks hun gebrekkige wapenrusting vochten de Azteekse strijders vurig en dapper, zoals de Spanjaarden zelf getuigden. Op 28 april speelde Cortés zijn troefkaart uit met een logistiek mirakel: een vloot van 13 speciaal gebouwde oorlogsschepen op het Texcoco-meer. Deze vaartuigen, nooit eerder aanschouwd in Meso-Amerika, waren samengesteld uit materiaal van de grote schepen die Cortés twee jaar eerder zelf tot zinken had laten brengen, aangevuld met nieuw aangevoerde materialen uit Veracruz. De schepen waren in delen geprefabriceerd om over land naar het meer te kunnen worden vervoerd. Met deze schepen was Cortés in staat het hoofd te bieden aan de duizenden inheemse kano’s en kon hij de drie hoofdwegen blokkeren waardoor de stad met de oevers van het Texcoco-meer verbonden was. Elke brigantijn had 25 man plus zes strijders met kruisbogen en haakbussen aan boord. De Spaanse schepen werden geëscorteerd door een grote vloot van kano’s, bemand door bondgenoten uit Texcoco.

Gedurende de maanden mei en juni voerden soldaten, ruiters en schepen voortdurend aanvallen uit op stellingen van de Azteken, waardoor dezen werden bijeengedrongen in een slinkend gebied midden in het stadscentrum van Tenochtitlan. Tijdens één slag werd Cortés zelf korte tijd gevangengehouden voordat zijn mannen hem konden bevrijden. Anderen waren minder fortuinlijk en moesten de strijd met hun leven bekopen. Toch hield Cortés vol, door met het systematisch opblazen van gebouwen de belegerden steeds strakker in te snoeren. Tenslotte gaf Cuauhtémoc zich op 18 augustus over, na 93 dagen weerstand, en allang door zijn laatste proviand en wapens heen. Daarop brak de hel los met onbeschrijflijke wandaden, wraakacties en woeste plunderingen.

Aztec victims of smallpox
Azteekse pokkenslachtoffers
Unknown author (Public Domain)

Uit de as van de catastrofale verwoesting van Tenochtitlan verrees de nieuwe hoofdstad van de kolonie Nieuw-Spanje, waarvan Cortés in mei 1528 de eerste gouverneur werd. De hoofdstad was gevallen, maar de Spanjaarden waren gedwongen om nog tot 1525 slag te leveren in andere delen van het afbrokkelende Aztekenrijk. Cortés leidde in 1522 persoonlijke een campagne tegen de Huaxtecs. Met het stelselmatig onderdrukken van de Meso-Amerikaanse cultuur, de uitgifte van land aan de veroveraars en de drooglegging van zijn grote meer, werd Tenochtitlan geleidelijk getransformeerd tot Mexico-Stad, residentie van de Onderkoning van Nieuw-Spanje, nu in de persoon van Don Antonio de Mendoza.

Honduras

Cortés mocht dan wel een grote prijs hebben behaald voor de Spaanse Kroon, hij moest worstelen om erkenning op de langere termijn. Het besturen was hij al snel moe en hij stortte zich in 1523 en ’24 opnieuw in verkennings- en veroveringsavonturen door het organiseren van een expeditie naar Honduras, geleid door Cristóbal de Olid (geb. 1492). Deze was weliswaar een veteraan uit Cortés’ eigen gevolg, maar hij verried zijn oude aanvoerder door zich te verbinden met Velázquez en zichzelf uit te roepen tot onafhankelijk heerser van Honduras. Cortés reageerde met het zenden van Francisco de las Casas om Olid op te zoeken en wegens verraad te arresteren, maar hij bedacht zich en verliet Mexico-Stad in oktober 1524 om zelf naar Honduras af te reizen. De landroute was lastig vanwege de noodzaak om Guatemala te doorkruisen, een nog woest en niet in kaart gebracht gebied. Toen hij tenslotte op zijn bestemming aankwam, bleek dat Olid al was veroordeeld en ter dood gebracht. Cortés stichtte daarop de nieuwe stad Navidad de Nuestra Señora, introduceerde de veeteelt in het gebied en benoemde een gouverneur.

Hernán Cortés by Weiditz
Hernán Cortés, door Weiditz
Christoph Weiditz (Public Domain)

Dood en nalatenschap

Hierna verbleef Cortés gedurende enige tijd in Spanje. Hij arriveerde in mei 1528, met tal van buitgemaakte schatten én 40 Azteken bij zich om indruk te maken op het hof. Hij overreedde Karel V om hem te belonen met de titel van Markies van de Vallei van Oaxaca, alsmede grote landgoederen in Meso-Amerika en het recht om één twaalfde te behouden van alle rijkdommen die hij zou verwerven. Cortés was toen echter al geschiedenis geworden. De weinige, inmiddels bejaarde conquistadores die alles hadden geriskeerd voor roem en glorie waren inmiddels vervangen door professionele bureaucraten en evangeliserende priesters. Toen hij in de zomer van 1530 terugkeerde in Mexico-Stad, werd Cortés de toegang tot zijn eigen landgoed ontzegd door de nieuwe gouverneur Gonzalo Nuño de Guzmán (-1558). Cortés was gedwongen om zijn tweede woning in Cuernevaca te betrekken. Ook raakte hij verwikkeld in vele rechtszaken, aangespannen door zijn rivalen en voormalige volgelingen die ervan overtuigd waren dat hun leider veel meer dan zijn rechtmatige deel van de buit had genomen tijdens de veroveringen. Ook waren er zaken aangespannen inzake gevallen van mishandeling van inheemse volken, variërend van de wrede verminking van vredesgezanten tot grootschalige slachtpartijen.

Gelukkig voor Cortés waren er nog een paar onontdekte gebieden. Karel V had hem het gouverneurschap beloofd over “de eilanden die hij in de Zuidzee [Stille Oceaan] zou ontdekken” (Cervantes, 240). In het begin van de jaren 1530 liet hij de bureaucratische rompslomp van Nieuw-Spanje achter zich en leidde een verkenningstocht langs de Pacifische kust van Mexico om wellicht de route naar Azië en de Specerijeneilanden te vinden die Christophorus Columbus (1451-1506) had gezocht. Cortés zeilde noordwaarts tot aan het schiereiland van Baja California en gaf dit, in de veronderstelling dat hij een eiland had gevonden, de naam Santa Cruz. In 1540 keerde hij terug naar Spanje; niet gehinderd door het feit dat hij nu ver in de vijftig was, voerde hij een jaar later alweer campagnes aan voor de Spaanse Kroon in Algerië.

Viceroyalty of New Spain, c. 1800
Onderkoninkrijk van Nieuw-Spanje, omstreeks 1800
Simeon Netchev (CC BY-NC-ND)

Hernán Cortés stierf aan dysenterie in Castilleja la Vieja, Spanje, op 2 december 1547. De grote avonturier stond toen op het punt om weer naar de Nieuwe Wereld te vertrekken. In zijn testament had hij de wens geuit om te worden begraven in het land dat hij had veroverd, en wel in een klooster te Coyoacán. Deze wens werd genegeerd en zijn resten werden begraven in een klooster buiten Sevilla. Daarna, in 1556, werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar de kerk van San Francisco de Texcoco in Mexico. Verre van te rusten in vrede, verhuisde het lichaam van Cortés later naar een paleis en daarna naar een kerk in Mexico-Stad. In 1794 was Cortés alweer op reis toen zijn gebeente werd begraven in het Hospital de Jesús Nazareno en in de negentiende eeuw wederom naar een nabijgelegen kerk, de Jesús Nazareno e Immaculada Concepción, waar het nu nog ligt. Cortés’ titels werden geërfd door zijn jongste (en enige wettige) zoon, die Markies del Valle de Oaxaca werd en daarmee bezitter van een uitgestrekte encomienda.

In zijn eigen tijd werd Cortés beschouwd als een held, een ontdekker van nieuwe gebieden die de Kroon rijkdommen bezorgde en een heidense religie wegvaagde die op grote schaal mensenoffers had gebracht, een kampioen die de weg baande voor de verdere verbreiding van het Christendom. In meer moderne tijden wordt Cortés, met andere conquistadores, wat nuchterder beschouwd als een opportunist en imperialist die met zijn gouddorst en bekeringsijver bijdroeg aan de systematische vernietiging van de Meso-Amerikaanse beschaving; een man die persoonlijk verantwoordelijk was voor de dood van tienduizenden inheemse bewoners.

Vragen en antwoorden

Waardoor is Hernán Cortés beroemd?

De conquistador Hernán Cortés is beroemd door zijn verovering van het Azteekse Rijk tussen 1519 en 1521.

Hoe veranderde Hernán Cortés de wereld?

Hernán Cortés veranderde de wereld door Meso-Amerika te veroveren voor de Spaanse Kroon. De verovering leidde tot de volledige vernietiging van de Meso-Amerikaanse cultuur en bevolking. Daarnaast inspireerde deze verovering andere conquistadores om hetzelfde te proberen in Zuid-Amerika.

Wat zijn vijf belangrijke feiten betreffende Hernán Cortés?

Vijf feiten betreffende Hernán Cortés zijn: hij veroverde het Aztekenrijk; hij stichtte de kolonie Nieuw-Spanje; hij bestuurde uitgestrekte landgoederen met arbeiders en slaven; hij kreeg van de koning van Spanje de titel van Markies; en hij verkende de westkust van Amerika tot aan Californië.

Hoe veroverde Hernán Cortés het Azteekse Rijk?

Hernán Cortés veroverde het Azteekse Rijk door het gebruik van oppermachtige wapens van staal en met buskruit en met cavalerie, wat de Azteken nooit eerder hadden gezien, en door vijanden van de Azteken en hun onderworpen volken over te halen om in opstand te komen en de Spaanse kant te kiezen.

Over de vertaler

Theo Poot
1953. Na 45 jaar onderwijs nu gepensioneerd. Ervaring in basis- en voortgezet onderwijs (docent geschiedenis), educatief schrijven en redactie (geschiedenismethodes, digitale projecten), toets- en examenconstructie.

Over de auteur

Mark Cartwright
Mark is een fulltime schrijver, onderzoeker, historicus en redacteur. Speciale interesse gaat uit naar kunst, architectuur en het ontdekken van ideeën die alle beschavingen gemeen hebben. Hij heeft een MA in politieke filosofie en is een WHE Publishing Director.

Dit werk citeren

APA-stijl

Cartwright, M. (2022, juni 30). Hernán Cortés [Hernán Cortés]. (T. Poot, Vertaler). World History Encyclopedia. Ontleend aan https://www.worldhistory.org/trans/nl/1-12267/hernan-cortes/

Chicago stijl

Cartwright, Mark. "Hernán Cortés." Vertaald door Theo Poot. World History Encyclopedia. Laatst gewijzigd juni 30, 2022. https://www.worldhistory.org/trans/nl/1-12267/hernan-cortes/.

MLA-stijl

Cartwright, Mark. "Hernán Cortés." Vertaald door Theo Poot. World History Encyclopedia. World History Encyclopedia, 30 jun 2022. Web. 07 dec 2024.