Waarom haatte Hitler het Joodse volk?

Artikel

Mark Cartwright
door , vertaald door Theo Poot
gepubliceerd op
Beschikbaar in andere talen: Engels, Frans, Pools, Portugees, Russisch, Spaans
Artikel afdrukken PDF

De leider van nazi-Duitsland Adolf Hitler (1889-1945) identificeerde Joodse mensen als vijanden van de staat. Door middel van meedogenloze propaganda presenteerde hij hen als verantwoordelijk voor de economische en culturele achteruitgang van Duitsland. Hitler baseerde deze propaganda op de blanke supremacistische rassentheorie. Samen met andere populistische standpunten kon hij deze rassenleer gebruiken om de steun voor zijn nazipartij te vergroten. Veel belangrijker is dat Hitler, na het vestigen van een dictatuur, het nazi-antisemitisme en de rassentheorie gebruikte om de Tweede Wereldoorlog (1939-45) voor te stellen als een strijd voor het voortbestaan van Duitsland tegen een wereldwijde Joodse samenzwering en zo, naar zijn mening, de uitroeiing van miljoenen Europese Joden in de Holocaust-genocide te rechtvaardigen.

Vanaf 1933 zetten de nazi's een reeks maatregelen op touw tegen Joodse mensen. Joodse rijkdom en bedrijven werden onteigend. Degenen die als Joden werden geïdentificeerd, werden beroofd van burgerschap en andere rechten. Ze werden aangemoedigd of gedwongen om te emigreren, gedwongen om identificatietekens te dragen, samengedreven in getto's en, als Hitlers 'Endlösung' (eindoplossing) van wat hij de 'Joodse kwestie' (Judenfrage) noemde, naar concentratiekampen gestuurd waar ze werden vermoord in gaskamers op locaties als Auschwitz, of gedwongen werden om als slavenarbeiders te werken tot ze niet meer konden. Er waren veel andere slachtoffers van nazi-haat, zoals communisten, Roma en Sovjet-krijgsgevangenen, om maar drie groepen te noemen, maar Joodse mensen vormden de grootste groep en het belangrijkste mikpunt van de nazi-haat. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog waren in heel Europa ongeveer 6 miljoen Joden vermoord.

Star of David Badge
Jodenster
Imperial War Museums (CC BY-NC-SA)

Waarom Joodse mensen?

De vraag is dan, waarom Hitler en de nazi's het Joodse volk zo haatten dat ze tot al die vreselijke dingen konden komen die ze hen aandeden. Het antwoord is complex en omvat historisch antisemitisme, 20e-eeuws antisemitisme, nazi-rassentheorie en Hitlers politieke en geografische ambities.

Hitler en de nazi's haatten Joodse mensen omdat ze dachten dat Joden:

  • verantwoordelijk waren voor de nederlaag van Duitsland in WOI (1914-18)
  • verantwoordelijk waren voor de economische problemen van Duitsland, zoals de hoge werkloosheid
  • vastbesloten waren om het Duitse bedrijfsleven en de Duitse cultuur te domineren
  • verantwoordelijk waren voor het gebrek aan moraliteit in de moderne samenleving
  • ofwel te rijk waren en daarmee andere Duitsers van rijkdom berovend, ofwel te arm en dus waarschijnlijk criminelen
  • trouw waren aan hun religie in plaats van aan de Duitse staat
  • vijanden waren van christenen
  • de intentie hadden om onder het mom van bolsjewisme en kapitalisme de grenzen van Duitsland te bedreigen
  • raciaal inferieur waren aan 'Ariërs' (niet-Joden)

De consensus van historici is dat de bovenstaande overtuigingen niet werden ondersteund door enig werkelijk bewijs.

De traditionele zondebok

In de jaren 1920 was Adolf Hitler de leider van de extreemrechtse Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP of kortweg nazipartij). De NSDAP was niet socialistisch, ook niet bijzonder bezorgd over arbeiders, maar de partijnaam werd uit cynisch opportunisme gekozen door Hitler, simpelweg om het maximale aantal stemmen aan te trekken. Duitsland leed na de Eerste Wereldoorlog (1914-18) niet alleen onder de vernedering van een verloren oorlog, maar ook onder ernstige economische moeilijkheden die leidden tot hyperinflatie en de ineenstorting van de economie. Na een korte periode van herstel keerde de hoge werkloosheid terug na de Grote Depressie van 1929, toen de wereldhandel stagneerde. De regering van de Weimarrepubliek, zoals Duitsland in die tijd werd genoemd, leek niet in staat om deze problemen aan te pakken, waarbij miljoenen mensen hun baan en hun spaargeld hadden verloren. Hitler en de nazi's presenteerden zichzelf als de beste oplossing voor de ellende van Duitsland. Hitler beloofde in toespraken Duitsland weer groot te maken, en volledige werkgelegenheid en economische en culturele welvaart terug te brengen.

Jews Being Burnt at the Stake
Joden worden op de brandstapel geëxecuteerd
Korporation Luzern (CC BY-NC-SA)

Een minderheidsgroep van de bevolking die door de nazi's werd geïdentificeerd als de oorzaak van alle problemen in Duitsland, waren de Joden. In 1933 "telde de zichzelf als Joods identificerende bevolking van de Duitse Republiek ongeveer 525.000 mensen, waaronder ongeveer 100.000 recente immigranten uit Oost-Europa." (Cesarini, 7).

Antisemitisme was niet nieuw en ook niet uniek voor de nazipartij. Antisemitisme kwam vaak voort uit gevoelens van jaloezie. Over het algemeen beter opgeleid dan veel andere identificeerbare groepen in de samenleving, waren Joden doorgaans welvarend. In het begin van de jaren 1930 "was het gemiddelde Joodse gezinsinkomen drie keer zo hoog als dat van het gemiddelde niet-Joodse gezin. Desondanks was er ook een aanzienlijke bevolkingslaag van arme Joden" (Cesarini, 7). In de grotere steden hadden Joden een ongewoon hoog aandeel in bepaalde beroepen en industrieën. Slechts 2% van de Duitse Joden werkte op het land, maar 25% van de agrarische groothandelsbedrijven was Joods. Joden bezaten tweederde van de kledingwinkels, waaronder verschillende grote en zeer beroemde warenhuizen. Bovendien was er "al lang een latent antisemitisme aanwezig in een groot deel van de Duitse middenklasse, waar de mening wijdverbreid was dat er te veel Joodse advocaten of artsen waren" (Dülffer, 140).

HITLER EN DE NAZI'S PRESENTEERDEN AAN HET DUITSE VOLK DOOR MIDDEL VAN MEEDOGENLOZE PROPAGANDA DAT DE JODEN VIJAND NUMMER ÉÉN WAREN.

Antisemitisme bestaat natuurlijk al veel langer dan sinds de 20e eeuw. Joden en christenen stonden al eeuwenlang op gespannen voet omdat veel christenen, op basis van de evangeliën in het Nieuwe Testament van de Bijbel, geloofden dat Joden verantwoordelijk waren voor het proces en de kruisiging van Jezus van Nazareth. De Duitse geestelijke Maarten Luther (1483-1546), "de grote stichter van het protestantisme, was zowel een hartstochtelijk antisemiet als een fanatiek gelovige in absolute gehoorzaamheid aan het politieke gezag" (Shirer, 236). Joden mochten, in tegenstelling tot sommige andere religieuze groepen, geld lenen en rente (woeker) in rekening brengen, en dus werden ze in de volksmond in stereotiepe termen gezien als rijk en inhalig. Gedurende de hele Middeleeuwen waren Joden een gemeenschappelijke zondebok voor allerlei problemen, van verliezen in oorlogen tot de verspreiding van de Zwarte Dood. Als gevolg van het christelijke antisemitisme in de Middeleeuwen en tijdens de Reformatie werden Joden in veel Europese staten aan beperkingen onderworpen, werden ze gedwongen in getto's te leven en werden ze het slachtoffer van bloedbaden of pogroms.

Terug in de 20e eeuw werden Joodse mensen vaak hard behandeld in de nieuwe staten van Oost-Europa die werden gecreëerd na de Eerste Wereldoorlog en na de val van veelvolkerenstaten als het Oostenrijks-Hongaarse rijk, en dus emigreerden ze naar landen als Duitsland in de hoop op een rustiger bestaan. Veel Joodse immigranten waren arm, maar er werd ook opgemerkt dat anderen welvarend waren geweest, wat soms jaloezie en wrok van de lokale bevolking veroorzaakte.

Jewish Boys In Nazi-occupied Poland
Joodse kinderen in door nazi's bezet Polen
W. Losken - Imperial War Museums (CC BY-NC-SA)

Hitlers persoonlijke opvattingen

Hitlers antisemitische opvattingen waren niet alleen een politieke dekmantel van opportunisme, maar ook zijn echte mening, en die van vele andere leden van de nazipartij op elk niveau. August Kubizek, een vriend van Hitler toen hij in de twintig was en in Wenen woonde, schreef: "Zijn opgebouwde haat tegen alle krachten die de Duitsers bedreigden, concentreerde zich voornamelijk op de Joden, die een leidende rol speelden in Wenen." (McDonough, 110). Hitler leek het meest ontstemd over het aantal Joodse mensen dat in Wenen woonde, waardoor de stad, zei hij, zijn "Germaanse" karakter verloor. Hoewel Hitler inderdaad Joodse kennissen had en hij zelfs muziekavonden doorbracht in bepaalde Joodse huizen in Wenen, werden zijn persoonlijke opvattingen duidelijk in een brief die hij in 1919 aan een andere vriend schreef:

"De feiten zijn deze: Ten eerste is het Jodendom absoluut een ras en geen religieuze vereniging... Hun dans rond het gouden kalf wordt een genadeloze strijd om al die bezittingen die we op aarde het hoogst waarderen... In zijn effecten en gevolgen is het [Joodse volk] als een raciale tuberculose van de naties."

(McDonough, 128)

Hitler identificeerde dus mensen van een bepaalde religie als behorend tot een specifiek ras. Hij presenteerde, met hulp van zijn propagandaspecialist Josef Goebbels (1897-1945), aan het Duitse volk dat Joden vijand nummer één waren. Hitler sprak herhaaldelijk over hoe – naar zijn mening – Joden achter de nederlaag van Duitsland in de Eerste Wereldoorlog zaten. Joden, zei Hitler, hadden herhaaldelijk opgeroepen tot een voortijdig einde van de oorlog en verminderden zo de wil van de Duitse bevolking om te vechten. Verder geloofde Hitler dat de Joden de economie in een wurggreep hadden gehouden, wat de oorlogsinspanning ernstig had beïnvloed. Voor Hitler maakten Joden nu deel uit van een internationale samenzwering om de economie en rijkdom van het naoorlogse Duitsland te beheersen, waardoor gewone mensen niet konden gedijen. De nazi's vermengden vervolgens dit idee van een gemeenschappelijke vijand met een pseudo-wetenschappelijke en inconsistente rassentheorie, waarmee ze een schijnbaar beredeneerde en academische rechtvaardiging creëerden voor hun behandeling van Joodse mensen.

Warsaw Ghetto Uprising
Opstand in het getto van Warschau
United States Holocaust Memorial Museum (Public Domain)

Nazi-rassentheorie

De rassentheoreticus van de nazi-partij was Alfred Rosenberg (1893-1946), die zowel antisemitische als antichristelijke ideeën naar voren bracht. Rosenberg had architectuur gestudeerd, maar raakte geïnteresseerd in rassentheorie door het werk van auteurs als Arthur de Gobineau (1816-1882) en Houston Stewart Chamberlain (1855-1927), die beiden geloofden in een Noords superras, waaraan alle andere rassen als inferieur werden beschouwd. Rosenberg schreef zijn eerste boek in 1920: Het spoor van de joden door de eeuwen heen, waarin hij zijn nogal inconsistente en onverteerbare ideeën presenteerde, zoals dat joden achter zowel het kapitalisme als het bolsjewisme zaten en van plan waren cultuur en moraliteit te vernietigen, waar ze ook woonden.

HITLER KLAMPTE ZICH VAST AAN DE COMPLOTTHEORIE DAT DE JODEN UIT WAREN OP WERELDHEERSCHAPPIJ.

Rosenberg was een complottheoreticus omdat zijn ideeën vaak gebaseerd waren op neponderzoek dat door anderen werd gepresenteerd. Joden profiteerden niet, zoals Rosenberg het voorstelde, van de Russische Revolutie van 1917, maar werden juist een van de grootste slachtoffers via een reeks wrede pogroms. De ideeën van Rosenberg waren ook vaak gebaseerd op onnauwkeurige statistieken, zoals hoeveel Sovjetcommissarissen Joods waren, en op verkeerde informatie, bijvoorbeeld dat Amerikaanse buitenlandse hulp alleen aan Joden werd gegeven terwijl dit niet echt het geval was. Rosenberg overtuigde zichzelf en zijn mede-nazi's ervan dat Joden samenwerkten in een internationale samenzwering om de wereld over te nemen.

Het programma van de nazipartij van 1920 bevatte een specifieke clausule nummer 4 met betrekking tot Joodse mensen:

Alleen leden van de natie mogen staatsburgers zijn. Niemand dan degenen van Duits bloed, ongeacht hun geloofsovertuiging, mogen lid zijn van de natie. Geen enkele Jood mag daarom lid zijn van de natie.

(McDonough, 111)

In 1923 was Rosenberg redacteur van de nazikrant Völkischer Beobachter, een publicatie vol met nazipropaganda, die de haat aanwakkerde tegen Joden, communisten en iedereen die de nazi's niet mochten. Rosenbergs "voortdurende samenzweringsverhalen voedden de wrede trek in het nationaal-socialistische antisemitisme" (Gellately, 51).

Alfred Rosenberg,  1939
Alfred Rosenberg in 1939
Bundesarchiv, Bild 146-1969-067-10 (CC BY-SA)

Na Hitlers mislukte Bierhalle-putsch en de poging tot staatsgreep van november 1923 werd hij naar de gevangenis gestuurd, maar hij gebruikte die tijd om een boek te schrijven, Mein Kampf ofwel 'Mijn strijd'. In dit werk, en waarschijnlijk ook dankzij dagelijkse bezoeken van Rosenberg, verwerkte Hitler de antisemitische ideeën van Rosenberg in een theorie waarin Duitse joden werden geïdentificeerd als vijanden van de staat en de belangrijkste reden waarom Duitsland zijn potentie niet waarmaakte. Hitler suggereerde dat dit potentieel alleen zou worden gerealiseerd als het land zou worden geregeerd door volbloed 'Arische' Duitsers, een nogal vage term die de nazi's gebruikten om in het algemeen naar niet-joden te verwijzen, maar vaak vooral naar blanke groepen zoals de Scandinavische volkeren.

Verder klampte Hitler zich vast aan de complottheorie dat de Joden uit waren op wereldheerschappij. Door zowel revolutionaire communisten als grijpgrage kapitalisten gelijk te stellen aan Joden, kon Hitler het Duitse volk het idee geven dat zowel de USSR als landen als Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten van plan waren Duitsland aan te vallen. Duitsland moet zich verdedigen. Duitsland moet zich ontdoen van binnenlandse vijanden, zei Hitler. Bovendien wilde Hitler heel graag dat Duitsland een militaristische staat zou zijn, omdat dat enorm zou helpen de werkloosheid terug te dringen en Duitsland de middelen zou geven om andere landen binnen te vallen en te profiteren van hun hulpbronnen. Het zou de nazi's ook helpen de hele bevolking onder controle te houden. Hitler presenteerde dan ook het idee dat oorlog essentieel was voor het voortbestaan van Duitsland.

Een idee dat samenging met de rassentheorie was dat het 'meesterras' (Herrenrasse) voortdurend moest worden getest en versterkt door een nooit eindigende strijd met inferieure rassen zoals Joodse en Slavische mensen (een andere groep die de nazi's haatten). Dit idee van een constante strijd tussen rassen werd beïnvloed door het sociaal-darwinisme: de opvatting dat de natuurwetten en het overleven van de sterksten toepaste op de menselijke samenleving. Voor Hitler zou er meer land en hulpbronnen nodig zijn om zijn meesterras te laten gedijen en dus was de uitbreiding van Duitsland, met name in het oosten, gerechtvaardigd. Deze uitbreiding tot Lebensraum ('leefruimte') zou de 'Ariërs' verder in conflict brengen met Slaven en Joden.

Holocaust in Europe during World War Two
Holocaust in Europa gedurende de Tweede Wereldoorlog
Simeon Netchev (CC BY-NC-ND)

Rosenberg publiceerde zijn Mythe van de twintigste eeuw in 1930. Dit boek toont aan dat hij en Hitler dezelfde op ras gebaseerde blauwdruk voor de toekomst van Duitsland aan het creëren waren, een plan met Joodse mensen als het belangrijkste doelwit. In zijn boek vermengde Rosenberg een mengelmoes van pseudowetenschap en de geschiedenis van oude en moderne beschavingen, echt of ingebeeld, om een theorie te creëren die zowel democratische als liberale waarden verwierp en ze verving door een dictatoriaal systeem waarin een ras van 'supermensen' regeerde over de inferieure rassen. De Übermenschen ('supermensen') waren de 'Ariërs', met volgens Rosenberg de Germaanse 'Ariërs' als het elite-'meesterras'. Daarentegen werden Joodse mensen en zwarte mensen helemaal onderaan deze sociale schaal van Rosenberg geplaatst.

De nazi-rassentheorie hielp de populariteit van de nazi-partij bij de verkiezingen voor het Duitse parlement in de jaren 1920 te vergroten door aan te haken bij gedeelde antisemitische ideeën. Veel andere partijen waren echter ook antisemitisch, en dus was dit lang niet het enige kenmerk dat de NSDAP aantrekkingskracht gaf. Zoals de bekende Holocaust-geleerde D. Cesarini opmerkt: "de nazipartij kwam niet aan de macht vanwege antisemitisme" (p xxx). De vraag "Hoe kwam Hitler aan de macht?" kent vele antwoorden. Andere aantrekkingspunten waren bijvoorbeeld beloften om de werkgelegenheid te vergroten en de Duitse trots te herstellen na de vernedering van de Eerste Wereldoorlog en het Verdrag van Versailles.

Toen Hitler in 1933 werd uitgenodigd om kanselier te worden en hij een dictatuur vestigde, kwam het antisemitisme van de nazi's echt op de voorgrond van hun politiek. De nazi-rassentheorie werd toegepast om concrete acties te rechtvaardigen, zoals het confisqueren van Joodse bezittingen en het verschaffen van een excuus voor militaire verovering. Zoals Cesarini het stelt, werd het nazi-beleid "voortdurend geïnformeerd door de fantasie van de 'Joodse vijand'" (p xxxi). Voor sommige historici kan de nazi-rassentheorie "worden gezien als louter een propaganda-excuus voor een politieke strategie die opportunistisch was of gevormd door omstandigheden" (Dear, 608). Het was niet gemakkelijk om je uit te spreken tegen de nazi-rassentheorie en de praktische gevolgen ervan, aangezien "ideologische conformiteit werd opgedrongen aan de bevolking en afwijkende meningen van ideologische doelen gewelddadig werden bestraft" (Dear, 608). Het is belangrijk om te onthouden dat het naziregime een totalitair regime was en dat het ideeën over ras niet alleen gebruikte om antisemitisme te uiten, maar ook om iedereen te controleren, inclusief Joden en niet-Joden. Verder "gaf het rassenbeleid de staat een vergunning om binnen te dringen in steeds meer private en persoonlijke domeinen" (Cesarini, 56).

Hitlers 'oplossingen' voor het 'Joodse vraagstuk'

Nadat Hitler had vastgesteld dat Joodse mensen een 'probleem' vormden en van Duits grondgebied moesten worden verwijderd, begon hij met het uitvoeren van een reeks 'oplossingen'. De eerste oplossing was het ontwrichten van het dagelijks leven van Joden, bijvoorbeeld door ze te verplaatsen van dorpen naar grotere steden. Al snel kwamen er andere oplossingen, die stuk voor stuk de terreur deden escaleren. Nazipropaganda in pers, radio en film probeerde deze terreur hardnekkig te rechtvaardigen. Ook moet vermeld worden dat er voor sommige niet-Joden een mogelijkheid was om bezittingen en klanten te verwerven van Joodse bedrijven, die uiteindelijk allemaal werden gesloten. In de beginjaren van het nazi-bewind waren er publieke stemmen met afwijkende meningen, maar deze bleken niet effectief om de nazidictatuur te stoppen bij het nastreven van haar doelen. Degenen die zich wel uitspraken, werden vaak doelwit van onderzoek door de Gestapo, de geheime politie van de nazi's, wat kon leiden tot afranselingen, gevangenisstraf of erger.

Memorial to the Murdered Jews of Europe
Gedenkteken voor de vermoorde Joden in Europa
Alexander Blum (CC BY-SA)

De verschillende 'oplossingen' die de nazi's initieerden om hun Joodse 'probleem' op te lossen, waren onder meer het aanmoedigen van emigratie, het opheffen van burgerrechten, intimidatie, afranselingen, vernieling van eigendommen en het bijeendrijven in afgesloten getto's. Om te weten op wie deze maatregelen moesten worden toegepast, werden in 1935 de Neurenberger wetten uitgevaardigd, die identificeerden wie precies een Jood was vanuit nazi-oogpunt: in wezen iedereen met drie of meer Joodse grootouders. Dit betekende dat honderdduizenden mensen die zichzelf niet als Joods beschouwden, door het naziregime toch als Jood werden geclassificeerd. De nazi's wilden het bloed van de Ariërs 'zuiver' houden en daarom bevatten de Neurenberger wetten clausules die seksuele relaties tussen joden en niet-joden verbieden. Het idee van 'onzuiver' bloed hielp de nazi's "het beeld te creëren van de Duitse Jood als anders, vreemd en gevaarlijk". (Beste, 285).

Ondanks de moeilijkheden die de Joden ondervonden, was Hitler gefrustreerd toen hij ontdekte dat geen van zijn 'oplossingen' erin slaagde het Duitse grondgebied te ontdoen van zijn grootste vijand. Inderdaad, toen Duitsland zijn grenzen uitbreidde vanaf 1938 met de Anschluss van Oostenrijk, Hitlers bezetting van Tsjecho-Slowakije en de invasie van Polen in 1939, kreeg Hitler miljoenen meer Joden onder zijn nazi-heerschappij.

Hitler kwam toen tot wat hij de 'Endlösung' (eindoplossing) noemde, een geheim plan om miljoenen Joden (en anderen) te doden door middel van dwangarbeid en in vernietigingskampen. Joden werden ook vermoord door rondzwervende speciale SS-moordeskaders, de Einsatzgruppen. Het moorden stopte pas in het voorjaar van 1945. Hitler pleegde in april zelfmoord nadat hij een definitief "politiek testament" had geschreven waarin hij waanzinnig genoeg de Joden nog steeds de schuld gaf van het beginnen van de oorlog. Duitsland stortte in en de geallieerden claimden in mei 1945 de overwinning in Europa. Een zekere mate van gerechtigheid werd bereikt in de naoorlogse processen van Neurenberg, waar mannen als Rosenberg schuldig werden bevonden aan misdaden tegen de menselijkheid en werden opgehangen. Ook andere nazi-oorlogsmisdadigers werden vervolgens voor het gerecht gebracht.

De Holocaust omvatte de moord op 6 miljoen Joden in bezet Europa. De Verenigde Naties hebben 27 januari, de dag waarop het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd, uitgeroepen tot Holocaust Herinneringsdag.

Over de vertaler

Theo Poot
1953. Na 45 jaar onderwijs nu gepensioneerd. Ervaring in basis- en voortgezet onderwijs (docent geschiedenis), educatief schrijven en redactie (geschiedenismethodes, digitale projecten), toets- en examenconstructie.

Over de auteur

Mark Cartwright
Mark is een fulltime schrijver, onderzoeker, historicus en redacteur. Speciale interesse gaat uit naar kunst, architectuur en het ontdekken van ideeën die alle beschavingen gemeen hebben. Hij heeft een MA in politieke filosofie en is een WHE Publishing Director.

Dit werk citeren

APA-stijl

Cartwright, M. (2025, februari 19). Waarom haatte Hitler het Joodse volk? [Why Did Hitler Hate Jewish People?]. (T. Poot, Vertaler). World History Encyclopedia. Ontleend aan https://www.worldhistory.org/trans/nl/2-2646/waarom-haatte-hitler-het-joodse-volk/

Chicago stijl

Cartwright, Mark. "Waarom haatte Hitler het Joodse volk?." Vertaald door Theo Poot. World History Encyclopedia. Laatst gewijzigd februari 19, 2025. https://www.worldhistory.org/trans/nl/2-2646/waarom-haatte-hitler-het-joodse-volk/.

MLA-stijl

Cartwright, Mark. "Waarom haatte Hitler het Joodse volk?." Vertaald door Theo Poot. World History Encyclopedia. World History Encyclopedia, 19 feb 2025, https://www.worldhistory.org/article/2646/why-did-hitler-hate-jewish-people/. Web. 17 jul 2025.